Een zeer verontrustend bericht uit oktober 2017: onderzoek laat zien dat in Duitse natuurgebieden het aantal vliegende insecten de afgelopen 25 jaar met driekwart is afgenomen.

Prof. dr. Han Olff

Driekwart minder insecten in 25 jaar. Het is voor het eerst dat over een dergelijke lange termijn de totale aantallen vliegende insecten zijn gevolgd. De onderzoekers corrigeerden hun resultaten voor onder meer veranderingen in klimaat en natuurbeheer, en houden alleen de veranderingen in de landbouw in de directe omgeving van deze gebieden als verklaring over. De Duitse studie bevestigt allerlei andere studies gericht op specifieke groepen als bijen, zweefvliegen, vlinders en libellen.

Moeten we ons hier zorgen over maken? Charles Darwin voorspelde meer dan 100 jaar geleden een megaklapper: wanneer de bijen zouden uitsterven, zou de mensheid het heel moeilijk kunnen krijgen. Naar deze boodschap van Darwin werd niet geluisterd. Begin jaren zestig deed het gebruik van het insecticide DDT in de landbouw in rap tempo veel insecten, en daarmee allerlei zangvogels, roofvogels en andere dieren uitsterven. Rachel Carlson schreef haar boek Silent Spring, dat aan de wieg stond van de internationale milieubeweging. Ze vroeg zich af in of we in een maatschappij willen leven waar de vogels niet meer zingen in het voorjaar, en de bloemen niet meer bloeien. Toen in 1973 DDT in Nederland en andere landen verboden werd, kropen veel diersoorten door het oog van de naald, en hadden zich pas rond 1990 hersteld.

Maar mensen zijn hardleers. Vanaf tot 1990 tot nu is zich weer zo’n megaklapper aan het voltrekken. Aantallen grutto’s, veldleeuweriken, graspiepers en kemphanen en allerlei insecten zijn sinds die tijd meer dan gehalveerd tot vrijwel verdwenen. Het boerenland is grotendeels een groene woestijn geworden. Grote internationale studies lieten de afgelopen jaren zien dat de nieuwe pesticiden die DDT vervingen (en nog veel giftiger zijn), zoals neonicotinoïden, langzaam niet alleen de bijen van deze wereld om zeep helpen, maar ook de insectenetende vogels. En dan hebben we het nog niet eens over de mest waar we langzaam in verdrinken.

De vraag is hoe verder. Blijven we er trots op dat Nederland in totaalvolume de tweede exporteur van landbouwproducten in de wereld is? Blijven we zo trots op onze anonieme, goedkope bulkproducten die op de wereldmarkt worden gedumpt tegen lage prijzen en voor buitenlandse consumenten die de kwaliteit en gezondheid van de Nederlandse natuur letterlijk worst zal wezen? Blijven we de problemen vooral onder de grond stoppen (toen: mestinjectie, nu: CO2 opslag) in plaats van oorzaken (buitensporige productie op ons kleine landoppervlak) aan te pakken? Waarbij de agribusiness flinke winsten maakt, onze boeren nauwelijks rond kunnen komen, en het platteland snel onleefbaar, ongezonder en steeds onaantrekkelijker voor toerisme wordt?

Of, kiezen we voor een andere route, waarbij natuur, èn het leefmilieu voor mensen op het platteland èn de inkomenspositie van de boeren hier in de regio erop vooruit gaan? En boeren weer trots kunnen zijn op hun manier van produceren? De landelijk aansprekende initiatieven ten aanzien van natuurinclusieve landbouw in Noord-Nederland (Kening fan ‘e Greide, Werkgroep Grauwe Kiekendief, allerlei natuur-innovatieve boeren, innovatieve onderzoeksprojecten) bieden de kans voor een unieke internationale voortrekkersrol voor deze regio. Met goede steun van de provinciebesturen van Friesland en Groningen is het nu tijd om echt keuzen te maken. Bijvoorbeeld door nieuwe bedrijfsmodellen te ontwikkelen waarbij boeren minder intensief produceren met de natuur als vriend in plaats van als vijand, op zo’n manier dat hun kosten meer dalen dan hun opbrengst, en ze er dus netto op vooruit gaan. Met aandacht voor natuur en landschap, met streekgebonden kwaliteitsproducten, mét een link met de regionale cultuur en historie. Mét innovatieve oplossingen waarbij klimaatbuffering, natuurkwaliteit en recreatie hand in hand gaan. Waarbij we alle sterktes van onze regio in de strijd gooien: de ruimte, rust, weidsheid, eigenwij(d)sheid, de Waddenzee, de grutto, de grauwe kiekendief. Laten we zorgen dat we het tij van deze nieuwe ‘silent spring’ nu gaan keren, te beginnen in Noord Nederland!

Han Olff is hoogleraar Ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Gepubliceerd in Dagblad van het Noorden op zaterdag 21 oktober 2017.